Van nature zijn er dieren die zich voeden met plantaardig materiaal, vooral grassen waardoor vegetaties zijn ontstaan waar grassen en grasachtigen domineren. Graslanden en ruigtes blijven hun successiestadium langer houden door beheer, idealiter begrazing. Wanneer niet wordt beheerd ontstaat langzaam bos.
Begrazen is een natuurlijk proces omdat er ook wilde grazers bestaan. Edelherten en reeën bij voorbeeld, maar ook konijnen en hazen.
In onze streken is er nog amper wildernis, gebied dat vrij door wilde grazers kan bezocht worden. Bovendien zijn alle belangrijke habitats in ons land mens gerelateerd, door de mens gemaakt of beïnvloed. Begrazen is net als hooien, een landbouwtechniek. Die vorm van landbouw had plaats met dieren, vee, waarmee dagelijks contact was. Zo gingen schaapskuddes dagelijks op stap.
Ons landschap met veel variatie en biodiversiteit is er gekomen doordat de menselijke activiteit van vele eeuwen, weliswaar onbewust en vaak ongewild, via begrazing en andere landgebruik.
Begrazen is een methode van natuurbeheer. Een methode, naast andere valabele methodes als maaien en afvoeren, plaggen en dergelijke. Voor het beheer van graslanden en ruigtes is begrazing de eerste methode, de methode die het eerst moet worden afgewogen. Dat komt omdat graslanden en heide eeuwenlang begraasd zijn en zo hun vorm en kenmerken, waaronder een hoge biodiversiteit, hebben gekregen. Slechts in veel kleinere omvang werden graslanden gehooid (hooi als wintervoedsel) waarbij ze dan vaak nog nabegraasd werden.
Resultaten van die trage impact zijn terug te vinden in het voorkomen van heide, hooiweiden, holle wegen en knotbomen. Het zijn allemaal elementen die we bijna als symbool zien voor natuur en biodiversiteit. We moeten ons wel realiseren dat dit mens-natuur is en geen natuur-natuur. Dat laatste is natuur zonder menselijke invloed, wildernis. En ook al zouden we liever dat laatste hebben, misschien eerder emotioneel, dan noopt de realiteit ons om te beseffen dat onze mens-natuur ook zeer waardevol is en alle aandacht om te behouden.
Sinds het begin van deze eeuw is begrazen als methode van natuurbeheer bijna als een hype de hoogte in geschoten, zijn er geleidelijk aan meer vraagtekens bij de methode geplaatst, is er onderzoek gebeurd en zijn er veel resultaten gepubliceerd.
Aan de waarde van begrazen als natuurbeheermethode wordt niet meer getwijfeld.
Langs de andere kant kan je niet iedere inzet van begrazing bestempelen als een effectief goed middel van natuurbeheer.
Veel begrazing die wordt uitgevoerd onder de noemer onderhoud of natuurbegrazing is helemaal niet gunstig voor de biodiversiteit. Reden daarvoor is het gebrek aan kennis en ervaring in de complexe wereld van begrazen voor natuur.
Na 30 jaar van experimenten (vooral in Nederland) is de fase van verkenning voorbij en er zijn duidelijke indicaties wat wel en niet kan in gegeven omstandigheden.
Ecologische begrazing wordt toegepast met als hoofdaccent meer biodiversiteit te verkrijgen, natuur meer kansen te geven. Men stapt af van het idee dat men bezig is met het fokken van dieren voor consumptie, van een model met opbrengst via de dieren. In ondernemersopzicht steunt ecologische begrazing eerder op dienstverlening en de valorisatie daarvan. Daardoor is ecologische begrazing een economisch verantwoorde bedrijfsvorm, zonder de grote nadelen van landbouwproductie. De keuzes die de ondernemer dan neemt zijn gericht op ecologische effecten, dierenwelzijn, maatschappelijke integratie en duurzaamheid. Er is dan per definitie, dat leert de ervaring, geen betekenisvolle productie van landbouwproducten. De omzet wordt dan gerealiseerd door de vergoeding voor dienstverlening. Is er toch nog een opbrengst, bij voorbeeld door overtallige dieren, dat is dat een bonus, maar geen doel op zich. Van zodra de ondernemer dit uitgangspunt aanneemt zal ook de intentie om kosten te maken voor een hogere productie sterk minderen. Die kosten blijken namelijk in alle vormen van veeteelt niet op te wegen tegenover de baten.
Ecologische begrazing gebeurt in een wereld vol mensen, met een hoge graad van urbanisatie, een dicht wegennet en dergelijke. Werken als begrazer met ecologische doelen is niet altijd eenvoudig omdat de maatschappelijke perceptie er niet een is met veel appreciatie voor natuur en natuurlijkheid. In tegendeel, er wordt steeds meer aandacht gegeven aan orde en netheid. Laat natuurlijkheid nu net qua uitzicht zeer wanordelijk lijken!
Het is aan de uitvoerder van ecologische begrazing om naast het effectieve werk van begrazen, ook in dialoog te gaan met toeschouwers, wandelaars, overheden om er voor te zorgen dat het principe beter gekend is en men overtuigd is van het feit dat dit een zeer waardevolle vorm van dienstverlening is.